Dagrapport #108

Hallo Boppers, Markers en Tonners,

Dat was dan Cabo Verde. Wat een andere wereld. Een beetje jammer. Je wordt er aangesproken door arme mensen die je ook her en der ziet liggen en rommelen. We hebben wat aalmoezen uitgedeeld. Bijvoorbeeld aan een jonge creoolse vrouw. 22 jaar. Isabel. Met een bloemetje in heur haar. Heeft u misschien wat te eten? Kunt u iets missen? Help? Ze rook niet al te fris, had een blauw oog en vieze kleren aan. Ze sliep op straat. Je hart breekt. Net als bij allemaal rolstoel gangers. Die door jongere familieleden worden rond geduwd. Jonge mensen ook, bij de supermarkt. Ze komen je niet achterna de winkel in dus je trekt even een sprintje door het cordon. Voor de rest is het negeren en wegkijken. Het is allemaal erg beschamend. Dus we hebben weer enige nood gelenigd. Links en rechts. En je hebt er natuurlijk ook rijke mensen. die zijn er altijd en overal. Dikke auto’s. Dikke buiken. Het gepriviliseerde leven.
De marina was beter dan die van Port Elisabeth en St Helena. We hebben weer een aantal keer lekker kunnen douchen. We hebben in pakweg 34 uur de brandstoftank gevuld (750 liter) de drinkwatertanks gevuld (650 liter) en boodschappen gedaan. Maar het was bloed verziekend heet. Volle zon en geen wind. Het zweet loopt tappelings van je af. Echt niet grappig. Gelukkig hebben we lekker een biertje kunnen drinken op de floating bar met Philip, een duitse jonge solozeiler. Je kan aan de bar ook prima eten. Dat hebben we dus ook gedaan. Het drinkwater hier is verdacht dus we hebben 60 liter flessenwater gekocht in 6 plastic flessen. Ook de inwoners drinken flessenwater. Waar blijven al die plastic flessen toch? Gerecycled natuurlijk!

Op zee is het gelukkig een stuk koeler. En daar zitten we nu weer terwijl ik dit schrijf. Alleen binnen is het nog een sauna.

We zijn weer op weg.

Groeten Mark en Ton