Kanaalkoorts, lieve volgers, was mij onbekend voor deze reis. Niet zo vreemd het enige kanalen die ik regelmatig overstak en steek waren het Noord-Hollands kanaal en het Noordzee kanaal. Beide geven weinig reden tot koorstsachtige opwinding. Maar vanochtend maakte ik kennis met het fenomeen. Na een woelige nightshift waar de wind stevig aantrok en het druk was op het water met koopvaarsdij en visserij doemde er uit de ochtend nevel Alderney op. LAND IN ZICHT! We made it! Eigenlijk was het de rots een paar mijl ervoor ‘ Casquets’ maar Who cares? Het is land, het is europapa, je telefoon gaat ervan rinkelen en je beseft je langzaam dat je dicht bij huis komt.
Iedereen die vaart schijnt het te hebben als je na een lange reis op weg bent naar je thuishaven en je vaart door het kanaal dan wordt je nerveus, blij, opgewonden, warm van binnen, én een beetje verdrietig. Je bent er ‘bijna’, je wilt je familie zien, verhalen vertellen, biertje drinken en gewoon lekker thuis zijn. Geen gehobbel meer en acrobatische toeren in het toilet. Niet in je kruis geramd worden door het fornhuis, gewoon in bed stappen in plaats van bunkiejumpen etc.etc. Maar de oceaan komt voorlopig niet meer terug. Het eindeloos staren kan straks niet meer, de ‘dolfies’ worden straks weer bruinvissen, de walvissen die we nog zullen zien zijn verdwaald en we nemen afscheid van de albatrossen en stormvogels. Aan een lange reis gaat langzaam maar zeker een einde komen. Het besef dringt zich op. In de ochtendzon doen Ton en ik een ‘tik ‘m aan ouwe’ als we langs de Bretonse kust varen. Gelukkig gaan we langzaam met een knoopje of vijf en nog 300 mijl te gaan en wie weet wat er nog gaat gebeuren. Om er maar een eigen ‘Cruyfiaanse’ uitstpraak in te gooien ‘je bent er pas als je op de kade staat’. De kanaalkoorts heeft nog wel even tijd maar ik voel hem al kriebelen.Namens Peter en Ton
Mark