Dagrapport #57

Harikato, lezers,

Het eerste dat ik ‘s morgens doe als ik uit bed kom is de gang naar het toilet maken. Je weet wel, om de directe en agressieve roep van moeder natuur om verlichting toe te passen op het waterrijke lijden. Er zijn nogal wat uitdrukkingen voor. Tinkelen vindt ik wel grappig al is die meer van toepassing -wellicht- op vrouwen die de nood trachten te lenigen. In stoere zeemannen taal; lenzen op de voorpiek.
Dus onzeker op mijn voeten, niet zozeer van het pas ontwaken als wel van het nog immer rollende schip, trek ik enthousiast de deur van het privaat open.
Meteen slaat mij een kwalijke reuk om de neus. Een olfactorisch ontploffing in het gezicht. Net zoals mijn handen roken na die grote slachtpartij op het achterdek waarbij een Merlin om het leven is gekomen. En opgepeuzeld. Lekker hoor.
Op de grond van het toilet, vlak voor de deur kijken twee in verhouding grote ogen mij levenloos aan. Ik bemerk een rode stip op het voorhoofd en een geknakte linker vin en het kenmerkende open mondje dat kennelijk nog steeds niet klaar was met naar adem happen.
Rigor mortis was een feit en ik waande mij op de visafslag. Overal schubben. Niet alleen op het lijf. Dit beest had zijn laatste vlucht gemaakt en had er in zijn doodstrijd nog even een potje van gemaakt. Wie wil er niet op zo een heroïsche wijze het aardse verlaten? Ik niet.
Eerst even Mark geroepen om een en ander te aanschouwen en de roep van moeder natuur negerend de prangende vraag proberen te beantwoorden. Hoe komt dit beest hier? Het enige toegangs luikje staat op een kier open en daar loopt een tuinslang doorheen van de dekdouche.
Nader forensisch onderzoek heeft uitgewezen dat dit door kamikaze achtige geestdrift aangespoorde projectiel waarschijnlijk een Japanse vliegende vis was die nog niet was verwittigd van het feit dat de oorlog reeds lang is afgelopen. Waarschijnlijk is hij bij zijn aanval van achter het schip opgesprongen, in het op een kier staande poortje gevlogen en met zijn ranke soepele bijkans hongerige lijf door het kiertje -bijna in de pot- maar zeker op de vloer- beland om daar zijn lading schubben, huidslijm, stank en overwinningsblik in ons wc’tje achter te laten.

Elke zege telt.