Beste Mensen.
Na pakweg 24 uur op de motor te hebben gevaren hebben we hem nét uitgezet. De wind is weer aan het toenemen tot een kracht waarbij het zin heeft om een zeil te zetten. De wind komt nu van achteren. De genua heeft weer wat te doen. Het zeil met de meeste zeilervaring. Een ontzettend grote lap zeil. Het afrollen en weer oprollen duurt ff. We hebben gevoelens bij dit zeil. Toen ik in Sydney was en met Andrew Chapman sprak wist hij me te vertellen dat hij ons dankbaar was voor de opdracht. Het heeft zijn bedrijf gered tijdens de corona epidimie toen Australië twee jaar op slot zat. Het was allemaal niet helemaal perfect passend maar daar is het dan ook een redelijk ingewikkeld systeem voor. Vanwege het niet passen hebben we de stormjib en storm staysail nooit gebruikt.
De rust is een zegen. Je hoort alleen de geluiden van het schip en de vaart door het water. Gesprekken vallen stil. Meditatie lijkt op zijn plaats. Ook ben ik blij dat het stinken van de nieuwe rubber uitlaat slang ophoudt. Dat ding zou de uitlaatgas temperaturen moeiteloos moeten aankunnen maar de eerste tijd stinkt het wel. Zo een weeïge lucht van het elastiekje van de postbode die de kwajongen in mij had proberen aan te steken. Of de stank van de rook van auto of motorbanden die op het asfalt slippen. Niet lekker. En dat dan gedurende de hele tijd. Niet penetrant maar merkbaar. Als de spaarzaam opgebrachte stinkparfum bij een aantrekkelijk persoon.
In de verte op de spiegel die het oceaanwater vandaag was zagen we een school dartele zoogdieren. Dolfijnen zei ik enthousiast. Orka’s zei Mark. Ik zag plotseling mijn aangehangen windvane roer aangezien worden voor een lekker hapje van deze pesterige killer whale’s. Ik begon meteen te hopen dat ze het te druk hadden met zichzelf volvreten om in de Kalosini nog een leuk speeltje te zien. Na het zondagavondmaal heb ik tenslotte ook geen zin om nog eens een potje te gaan voetballen.
Ik heb ze nog niet gezien. Het kan natuurlijk alsnog. We maken ons met slechts enkele knopen uit de voeten. Zei het -inmiddels- stilletjes maar met een paar fikse slagen van de staart hebben ze ons natuurlijk aanstonds ingehaald. Edoch enige spanning bij de bemanning dat dit tot de mogelijkheden zou kunnen behoren is niet voelbaar
Verder zijn we op een vogel gestuit niet zijnde een bruine vogel. Geen stormvogel maar wel gelijkend maar dan met een grijs-wit-gestippelde tekening op de bovenkant van zijn vleugels. Het beest zweeft om de boot, landt op het water en kijkt ons aan terwijl we voorbij varen. Daarna vliegt ze op, maakt een rondje om de boot en landt weer op het water. Zo gaat dat een aantal keren door en dan plots is ze weg. Ook de Jan van Gent is al een paar keer over gekomen die met de blauwe snavel en blauwe zwemvliezen. Met hetzelfde gedrag als die anders gekleurde Jan van Gent soort die we op meer zuiderlijke breedten hebben beschreven.
Aandoenlijke beesten met zo een schitterende vis techniek.
Jammerlijk afwezig bij deze drie heren op het schitterende vaartuig Kalosini II.Morgen meer.