Dagrapport #104

Beste Lezers,

De breedte graden lopen op. Zij het tergend langzaam. Vannacht op de motor gevaren. Met moeite 4 knopen gemiddeld gehaald. We lopen steeds meer vertraging op. En we vragen ons af waar we dat goed zouden moeten kunnen maken. Vanochtend bij het krieken van de dag stond er wél wind. Een flauw windje op de kop. Met als gevolg een lichte deining en kleine kabbelende golfjes. De snelheid zakte terug naar 3.2 knopen. En dan heb je een rot tijd. Je zou willen afvallen met de Genua bij om een hulpzeiltje te hebben die de vaart ietwat vergroot. Maar dan vaar je de verkeerde kant uit. Minstens dertig graden. Dan is de winst van het gebruik van de wind alweer teniet gedaan door de verlenging van de weg die je moet afleggen. Uiteindelijk is de wind nog iets gedraaid en steeds in kracht toegenomen tot een redelijke 10 knopen dus momenteel varen we met de motor aan op zeer gering vermogen en onder vol zeil ruim boven de 5 knopen in de doldrums. Tijdwinst!  Je bent er de hele tijd mee bezig en sommige dingen ben je echt aan het uitvinden. Normaliter ga je alleen zeilen als de omstandigheden goed zijn. Ik verlang bijna naar deze onbezorgdheid.
Vandaag een pasta tonno gegeten. Heerlijk! En dat voor twee dagen. Voor het avondeten een tonijnsalade in een wrap. Wat een verwennerij.
Gisteren en vandaag hebben we van die enorme lichtbruine wier velden gezien. Met van die steeltjes die boven water uitsteken alsof er elk moment een bij daar zijn nectar komt halen. Kansloos. Wel hebben we allebei een mot of vlinder gezien. Honderden mijlen van land. Omhoog fladderend en dan zich mee laten zweven op de lucht met stilstaande vleugels. Je vraagt je af wanneer de brandstof op zal zijn. Een beetje zoals bij ons. Zo te sterven op het water met je vleugels van papier!    

Onder dat wier zitten heel veel vissen. In de schaduw vlakbij hun eten. Het spartelt daar dat het een naam heeft. Veiliger voor de roofvissen en waarschijnlijk veilig voor de mens visser. Dat wier houdt ook meer plastic vast. Je ziet vele voorbeelden van onze slordigheid. Maar dat is over de hele aardkloot het geval vrees ik.
Gisteren heeft Mark zijn niet bestaande angst voor roofvissen wederom geëtaleerd en geconstateerd dat er behoorlijk wat aangroei is. En dat is opmerkelijk want we zijn in St Helena ook wezen inspecteren en toen was er alleen maar wat algengroei. Er zit teveel pokon in dit water of de watertemperatuur is hier zeer gunstig voor deze fauna en flora. Dus waarschijnlijk moeten we een dezer dagen nog gaan krabben. Dat kan even duren.

Groeten Mark en Ton